Skip to main content

Tijdens de eerste coronagolf voorzag de Belgische wetgever reeds in verschillende beschermingsmaatregelen voor ondernemingen in moeilijkheden waaronder een moratorium op faillissement en een tijdelijke inperkingen van beslagen (zie KB nr. 15 van 24 april 2020). De Belgische wetgever sprong ook tijdens de tweede golf bij door de goedkeuring van een tweede moratorium dat afliep op 31 januari 2021 (zie artikel 71 van de wet van 20 december 2020). Deze tijdelijke maatregelen waren dan ook noodzakelijk om een tsunami van faillissementsprocedures te vermijden en ondernemingen tijdelijk de nodige ademruimte te bieden.

Voormelde maatregel heeft echter tot gevolg gehad dat verscheidene “zombiebedrijven” in leven worden gehouden, hetgeen niet wenselijk is.

Dientengevolge heeft de federale regering beslist het moratorium niet te verlengen, doch wel een versoepeling van de procedure van gerechtelijke reorganisatie toe te staan.

Op heden zijn ondernemingen dan ook niet langer automatisch beschermd tegen een faillissement.

Deze nieuwe steunmaatregel, waarvan de concrete invulling nog niet bekend is, is gericht op de herlancering van ondernemingen door ze tijdelijk te beschermen tegen hun schuldeiser(s) en een plan uit te werken om de schulden systematisch weg te werken.

Het wetboek economisch recht voorziet in drie soorten procedures: (i) een minnelijk akkoord met één of meerdere schuldeisers, (ii) een collectief akkoord met de schuldeisers, of (iii) een overdracht van een gedeelte of van het geheel van de onderneming onder gerechtelijk gezag.

Voorlopig zijn ondernemingen nog aangewezen op de gewone regeling die is opgenomen in het wetboek economisch recht aangezien de federale regering de uitwerking van de versoepeling nog niet geconcretiseerd heeft.

Een dergelijke procedure kan aanzienlijke voordelen opleveren voor ondernemingen en dient beter vroeg dan laat te worden overwogen. Zij is echter ook niet zonder risico’s voor bestuurders van ondernemingen. Bij een foutieve gerechtelijke reorganisatie kunnen bestuurders immers opdraaien voor alle schulden bij een navolgend faillissement. Het is dus van cruciaal belang om de toestand van de onderneming in kaart te brengen en weloverwogen een beslissing te maken voor de ene, dan wel de andere procedure.

Gepaste begeleiding en advies zijn hierin cruciaal.

Verkeert uw onderneming in moeilijkheden of heeft u verdere vragen over de impact van deze maatregelen? Neem dan zeker contact op met uw vaste contactpersoon bij Quorum of stuur een e-mail aan info@quorumlaw.eu.

Let’s get through this together!

Leave a Reply