Op 23 mei 2023 werd de wet houdende de invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ingevolge deze publicatie zal vanaf 1 september 2023 de vrijheid van ondernemingen met betrekking tot de invordering van schulden van de consument aanzienlijk beperkt worden.
De vrijheid van de onderneming beperkt
Bij invoeging van boek XIX WER heeft de wetgever in enkele waarborgen voorzien voor de consument: (i) de verplichting tot “eerste herinnering”, (ii) de wettelijke wachttermijn, (iii) de informatieverplichting van de onderneming en (iv) de wettelijke beperking van de omvang van schadebedingen en nalatigheidsinteresten.
(i) De “eerste herinnering”
Alvorens een onderneming haar vordering op een consument kan innen en zich kan beroepen op een schadebeding en/of de nalatigheidsinteresten die werden voorzien in haar algemene voorwaarden of haar overeenkomst met de consument, zal zij eerst een ingebrekestelling moeten versturen aan de wanbetaler.
De “eerste herinnering” zal een ingebrekestelling zijn die minstens volgende gegevens moet bevatten: (i) het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden geëist bij niet-betaling, (ii) de naam en het ondernemingsnummer van de onderneming-schuldeiser, (iii) de beschrijving van het product of de dienst die de schuld heeft doen ontstaan, (iv) de datum van de opeisbaarheid van de schuld, en (v) de termijn (minstens 14 kalenderdagen) waarbinnen de schuld moet worden betaald om geen bijkomende kosten te moeten betalen.
De verplicht op te nemen inhoud is van dwingend recht en er kan op geen enkele wijze van worden afgeweken.
(ii) De wettelijke wachttermijn
De loutere verzending van de “eerste herinnering” is echter onvoldoende om de achterstallen en het in de algemene voorwaarden/overeenkomst opgenomen schadebeding en/of nalatigheidsinteresten op te eisen. Alvorens een onderneming tot de invordering van het schadebeding en/of de nalatigheidsinteresten kan overgaan, dient zij een wachttermijn van minstens 14 kalenderdagen te respecteren.
Deze wettelijke wachttermijn begint slechts te lopen op de derde werkdag na de verzending van de “eerste herinnering”. De wetgever voorziet echter in een uitzondering bij elektronische verzending, waardoor de termijn begint te lopen op de eerste kalenderdag na verzending van de “eerste herinnering”.
(iii) De informatieverplichting van de onderneming
De onderneming is verder verplicht om (i) alle bewijsstukken van de door haar ingeroepen schuld en (ii) alle noodzakelijke informatie omtrent de procedure die de consument dient te volgen om de schuld te betwisten, te verstrekken aan de consument.
(iv) De wettelijke beperking van de omvang van schadebedingen en nalatigheidsinteresten
Niettegenstaande voorgaande ingrijpende verplichtingen, is de meest ingrijpende wijziging die uit de invoeging van boek XIX WER voortvloeit, de beperking van de omvang van schadebedingen en nalatigheidsinteresten.
De maximale nalatigheidsinterest waarop ondernemingen zich kunnen beroepen, wordt immers beperkt tot de referentie-interestvoet zoals voorzien in de Wet betalingsachterstand bij handelstransacties vermeerderd met 8 procentpunten.
De omvang van schadebedingen waarop ondernemingen zich kunnen beroepen worden verder afhankelijk van de omvang van de openstaande schuld.
omvang van de nog te betalen som | omvang van het schadebeding |
≤ 150 EUR | 20 EUR |
150,01 EUR – 500 EUR | 30 EUR + 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 EUR – 500 EUR |
≥ 500 EUR | 65 EUR + 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 EUR (met een maximum van 2.000 EUR) |
Opvallend aan de nieuwe wettelijke regeling is dat de onderneming die een overeenkomst heeft gesloten met een consument die de waarde van 38.700 EUR overschrijdt slechts een forfaitaire schadevergoeding van maximaal 2.000 EUR kan bekomen door zich te beroepen op een schadebeding. Bijgevolg zal bijvoorbeeld een aannemer die een overeenkomst heeft gesloten met een consument ten bedrage van 200.000 EUR slechts 2.000 EUR kunnen verkrijgen door de uitoefening van het schadebeding.
Daarenboven kunnen ondernemingen enkel de in de wet voorziene sommen van de consument vorderen. Bedingen (i) die in de opeisbaarheid van bijkomende sommen en/of kosten voorzien of (ii) die bedragen bevatten die van de wettelijke vastgestelde bedragen afwijken, zijn verboden en worden voor niet geschreven gehouden.
Wat nu? Wijzig uw algemene voorwaarden/overeenkomsten en voorzie in een concrete administratieve invorderingsprocedure
Ingevolge de invoeging van boek XIX WER zullen alle algemene voorwaarden/overeenkomsten die voorzien in (schade)bedingen die afwijken van in de wet voorziene bedragen vanaf 1 december 2023 (ongeacht wanneer deze overeenkomsten zouden zijn gesloten) als niet geschreven worden gehouden. De wijziging van dergelijke overeenkomsten of minstens de voorbereiding ervan is aangewezen.
Meer informatie
Heeft u vragen bij het boek XIX WER of bent u benieuwd welke invloed de invoeging heeft op uw onderneming? Aarzel dan niet om een van onze experten te contacteren.