Skip to main content

Inleiding

Op 14 december 2022 heeft het Europees Parlement en de Raad de Corporate Sustainability Reporting Directive (“CSRD”) aangenomen als onderdeel van de Europese Green Deal. Deze richtlijn verplicht ondernemingen binnen haar reikwijdte om jaarlijks een gestandaardiseerd duurzaamheidsverslag op te stellen ter vervanging van de verplichtingen onder de Non-Financial Reporting Directive (“NFRD”). Het primair doel is om de relevante stakeholders te informeren over het duurzaamheidsbeleid van de onderneming.

Scope

Gefaseerde introductie
De invoering van de CSRD gebeurt gefaseerd. Vanaf boekjaar 2024 zullen beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen, inclusief niet-EU-ondernemingen die genoteerd zijn aan de Europese beurzen, met meer dan 500 werknemers moeten voldoen aan de vereisten gesteld in de CSRD.

Vanaf boekjaar 2025 zal de CSRD zowel van toepassing zijn op EU-ondernemingen die nog niet zijn onderworpen aan de NFRD en twee van de drie hieronder beschreven grenzen overschrijden:

  • minstens 250 werknemers tewerkstellen binnen de EU;
  • een omzet van meer dan 40 miljoen euro hebben binnen de EU; of
  • totale activa van 20 miljoen euro binnen de EU hebben.

Vanaf boekjaar 2026 is de CSRD van toepassing op beursgenoteerde kmo’s, met een opt-out mogelijkheid tot 2028.
Ondernemingen buiten de Europese Unie die voldoen aan onderstaande voorwaarden dienen vanaf boekjaar 2028 eveneens te voldoen aan de verplichtingen onder CSRD:

  • een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro binnen de EU voor elk van de laatste twee opeenvolgende jaren, en;
  • minstens één grote of beursgenoteerde dochteronderneming hebben of een Europees bijkantoor met een omzet van minstens 40 miljoen euro in het vorige boekjaar.

Beursgenoteerde kmo’s hebben meer flexibiliteit in hun rapportageverplichtingen en mogen gebruikmaken van aparte, evenredige standaarden die minder eisend zijn dan de European Sustainability Reporting Standards (“ESRS”). De eerste versie van deze vereenvoudigde rapporteringsstandaarden worden verwacht in 2024. Daarnaast zal er voor beursgenoteerde kmo’s een plafond worden ingesteld voor de informatie die grotere ondernemingen van hen kunnen eisen.
Tot slot, zullen er in de toekomst vrijwillige standaarden worden ontwikkeld voor niet-beursgenoteerde kmo’s, zodat ze op een efficiënte en evenredige manier kunnen reageren op verzoeken van klanten, banken, investeerders en andere belanghebbenden over de gegevens die relevant zijn onder CSRD.

Materieel
De CSRD introduceert het dubbele materialiteitsconcept, waarbij rapporterende ondernemingen verplicht zijn een dubbele materialiteitsbeoordeling uit te voeren. Het verwijst naar het feit dat ondernemingen die rapporteren over duurzaamheid de relevantie van een duurzaamheidskwestie vanuit twee perspectieven moeten bekijken. Enerzijds hebben organisaties invloed op mens en milieu en anderzijds creëren duurzaamheid gerelateerde ontwikkelingen en gebeurtenissen risico’s en kansen voor ondernemingen.

Hoewel de CSRD enige richtlijnen geeft, is het aan de onderneming om te bepalen of een onderwerp materieel is. Gemaakte keuzes moeten goed worden onderbouwd, waardoor ondernemingen niet langer naar eigen inzicht en voorkeur de inhoud van het verslag kunnen bepalen.

Duurzaamheidsrapportering

Aangezien niet elke onderneming zich bezighoudt met duurzaamheid en de rapportage hiervan niet uniform is, ervaren investeerders en andere belanghebbenden vaak moeilijkheden bij het vergelijken van deze informatie. Het gebrek aan consistentie, transparantie en vergelijkbaarheid van niet- financiële informatie is een van de voornaamste redenen waarom de Commissie gestandaardiseerde normen voor duurzaamheidsverslaggeving heeft geïntroduceerd via de CSRD.

Het duurzaamheidsverslag, een cruciaal element van deze richtlijn, heeft tot doel de lezer inzicht te verschaffen in hoe de onderneming duurzaamheid integreert in haar beleid en hoe dit invloed heeft op de ontwikkeling, positie en prestaties van de onderneming. Hierdoor blijven belanghebbenden op een consistente en betrouwbare manier geïnformeerd over de duurzaamheidspraktijken van de onderneming. Het verslag dient als een transparant venster waardoor stakeholders kunnen begrijpen hoe duurzaamheid een integraal onderdeel vormt van de bedrijfsvoering en besluitvorming van de onderneming.

De ESRS bestaan uit 12 standaarden, waarvan de eerste twee algemene principes bevatten voor rapportage over strategie, governance en materialiteit. De overige 10 richten zich op verschillende aspecten van Environmental, Social, en Governance (ESG). Elk van de 12 standaarden bevat ‘Disclosure Requirements’ en ‘Application Guidance’, met gedetailleerde instructies voor implementatie. Naast het bestaan van de algemene normen zullen er in de toekomst sectorspecifieke normen worden uitgebracht.

De standaarden creëren voor ondernemingen de verplichting om een holistische kijk op duurzaamheid te ontwikkelen en daarover te publiceren. Gebruikers van deze informatie moeten zich een beeld kunnen vormen van de manier waarop de onderneming invulling geeft aan duurzaamheid, nu en in de toekomst. Opmerkelijk hierbij is dat de onderneming, anders dan in haar financiële verslaggeving, concreet moet uitspreken wat haar doelstellingen zijn omtrent duurzaamheid.

Bijkomend is na de implementatie van CSRD vereist dat een externe accountant zekerheid geeft bij de duurzaamheidsrapportering. In eerste instantie zal dit beperkt zijn, maar in de toekomst zal het toenemen tot een redelijke mate van zekerheid. Deze externe verificatie waarborgt dat de gerapporteerde informatie onafhankelijk wordt geverifieerd, wat zal resulteren in nauwkeurigere, transparantere, en een meer geharmoniseerde rapportage over verschillende ondernemingen.

Waar, hoe en door wie zal deze informatie bekend moeten worden gemaakt?

De informatie uit het duurzaamheidsrapport moet op verschillende manieren bekend worden gemaakt. Het duurzaamheidsrapport wordt verplicht als onderdeel van het jaarverslag, met specifieke rapportagestandaarden. Naast de integratie in het jaarverslag moeten ondernemingen het duurzaamheidsrapport ook elektronisch toegankelijk maken op hun eigen website en op toekomstige platforms, zoals het European Single Access Point. Dit platform heeft als doel alle financiële en duurzaamheidsverslaggeving te centraliseren en toegankelijk te maken voor het publiek.

Concreet betekent dit dat ondernemingen moeten beoordelen welke onderwerpen het meest relevant zijn en moeten worden opgenomen in het duurzaamheidsrapport. Deze evaluatie bepaalt welke verslaggevingsstandaarden, toelichtingen en datapunten moeten worden opgenomen en welke kunnen worden weggelaten. De CFO en het auditcomité dragen de eindverantwoordelijkheid, maar binnen de organisatie moet worden bepaald wie deze beoordeling zal uitvoeren.